Okke Ornstein

Coima Confidential: Panama’s President Hengelt Naar Business in Amsterdam

In Panama's El Renacer gevangenis. Midden: voormalig vice-president Virzi. Ook op de foto: Voormalig minister de Lima en ex-commissaris van politie Perez.

Maandag de 22e januari is er in het Okura hotel in Amsterdam een bijeenkomst georganiseerd door de Panamese regering, die aldus hoopt Nederlandse ondernemers te interesseren om te investeren in Panama. President Juan Carlos Varela en gevolg maken een stop in Holland op weg naar Davos, en het staatshoofd hoopt terug te keren naar Panama met het nieuws dat het land geschrapt is van de zwarte lijst van belastingparadijzen. Het programma in het Okura behelst volksdansen, een paar presentaties en dan borrelen cq netwerken.

Naar goed Panamees gebruik is het ook allemaal erg hush hush; journalisten worden geweerd en in het bijzonder deze journalist, want daglicht, daar houden ze niet zo van in het land van Mossack & Fonseca.

Is investeren in Panama het overwegen waard? Dat hangt er vanaf. Er zijn een aantal grote multinationals actief in het land die redelijk tevreden zijn. Philips is er al sinds mensenheugenis gevestigd, Boskalis werkt er aan verschillende projecten. Maar dat betekent niet dat het voor soortgelijke of kleinere bedrijven ook meteen een goed idee is om het in Panama te gaan proberen.

President Varela en zijn entourage zullen het vandaag vooral hebben over kansen, economische groei, strategische ligging, het Kanaal, economie die de Amerikaanse dollar als munt heeft, en meer van de bekende marketing riedel. Laten we dus hier eens kijken naar de andere kant, naar de redenen om bij het land uit de buurt te blijven:

Corruptie, corruptie, en nog meer corruptie.

Het is vrijwel onmogelijk om iets gedaan te krijgen in het land zonder smeergeld (“coima” in het Spaans) te betalen, en de cultuur van omkoperij reikt tot in de hoogste regionen. Zo’n 90% van de publieke aanbestedingen — conservatieve schatting — over de laatste tien jaar vond plaats via onderhandse no-bid contracten waarbij smeergeld is betaald. Een van de belangrijkste begunstigden van die praktijken is het Braziliaanse bedrijf Odebrecht, dat in heel Latijns Amerika verwikkeld is in omvangrijke corruptieschandalen. De heren Mossack en Fonseca, vrienden en collega’s van de huidige president en sterren uit het Panama Papers schandaal, werden vorig jaar gearresteerd vanwege hun betrokkenheid bij het witwassen van miljoenen aan Odebrecht payola. In Panama legt het bedrijf wegen, metrolijnen en andere infrastructuur aan die qua kosten per kilometer tot de top van de wereld behoren en waar politici, van parlementariërs tot de burgemeester van Panama Stad, mooie auto’s van rijden om naar hun strandhuizen te gaan. President Varela moest uiteindelijk zelf ook toegeven grote sommen geld van het bedrijf te hebben ontvangen, maar weigerde het smeergeld te noemen — het waren volgens hem gewoon “giften.”

President Varela (links) bij de overdracht van Italiaanse helicopters en vliegtuigen.

Het blijft niet bij Odebrecht. De bouw van grotere sluizen voor het beroemde Kanaal werd ook op dubieuze wijze uitbesteed aan een consortium waarvan zowel een vrijwel falliet Spaans bedrijf alswel het bouwbedrijf van de CEO van datzelfde Kanaal deel uitmaakten. De deal om van Italië peperdure radarsystemen (die nooit hebben gewerkt) en meer militaire hardware en software aan te schaffen was dusdanig verrot dat de huidige president, na eerder voor de transacties getekend te hebben, zich gedwongen zag de zaak te heronderhandelen. Van infrastructuur tot IT tot mijnbouwlicenties, het gaat allemaal onveranderlijk gepaard met omkoperij.

De rechtspraak is ook notoir corrupt.

De Amerikaanse ambassadeur, in een van de door Wikileaks gepubliceerde ambtsberichten, had het zelfs over een “criminal racket.” Vonnissen worden verkocht aan de hoogste bieder, magistraten persen verdachten af voor grote sommen geld, aanklagers zijn gewoon te koop. Advocaten opereren vaak meer als makelaar in smeergeld dan als raadsman, en laten zich daar goed voor betalen. Je gelijk halen bij de rechter in civiele zaken is een kwestie van jaren en jaren als je niet betaalt. Als tenminste het dossier niet zoekraakt. Het aantal corruptieschandalen dat de rechterlijke macht weet te produceren is omgekeerd evenredig aan de hoeveelheid zaken die op een tijdige en professionale manier worden behandeld in de rechtbanken.

De voormalige president van het Hooggerechtshof zat tot augustus vorig jaar in de gevangenis vanwege corruptie (nu onder huisarrest). Hij bevond zich daar in het gezelschap van de voormalige hoofdcommissaris van politie, een voormalige vice-president en een assortiment aan witteboordencriminelen, zonder dat dat voor de corruptie overigens veel verschil maakte.

Gesloten samenleving, op het xenofobische af.

Van een land dat het zo moet hebben van transit, handel en internationale dienstverlening zou je verwachten dat het een open samenleving heeft waar migratie en invloeden van buitenaf gewaardeerd worden. Niets is minder waar. Het is niet moeilijk om er een verblijfsvergunning te krijgen voor diegenen die er een bedrijf willen starten, maar daarmee is ook alles gezegd. Een hoop activiteiten — detailhandel bijvoorbeeld — zijn verboden voor buitenlanders, evenals een lange lijst aan beroepen die alleen Panamezen mogen uitoefenen, van medicus tot bioloog, van architect tot advocaat. Nieuwsmedia mogen ook alleen gerund worden door Panamese staatsburgers.

Toen Panama bij de start van het millennium het Kanaal kreeg overgedragen van de Amerikanen was bij velen de verwachting dat het land zich daarmee razendsnel zou ontwikkelen tot een soort “democratische versie van Singapore.” De belangrijkste reden dat deze verwachting niet is waargemaakt is dat de lokale elite — een groep van enkele tientallen rijke families die in het land de dienst uitmaken — erg bang is de controle over de geldstromen en kapitaal kwijt te raken. Dit leidt tot twee elkaar tegenwerkende tendenzen: Aan de ene kant die van een land dat zich door het internationale karakter van het Kanaal en daaraan gerelateerde business gedwongen ziet zich meer en meer open te stellen voor invloeden van buiten, en aan de andere kant het conservatisme van de elites die vrezen daarmee de controle kwijt te raken over hun economische koninkrijkjes. Het schandaal rond de Panama Papers en de ondergang van Mossack & Fonseca is een gevolg van precies die botsende belangen, en de reactie erop was klassiek Panamees xenofobisch: Het was allemaal de schuld van “het buitenland;” andere landen die Panama kwaad wilden doen.

Een ander voorbeeld is het lot van de Nederlandse ondernemer Jochem Buse. Hij zag zijn bedrijf, de beursmakelaar en vermogensbeheerder Panama Wall Street, ineens gesloten worden door de Panamese overheid. Buse zei eerder ervan overtuigd te zijn dat de achterliggende reden was dat hij teveel concurreerde met lokale gevestigde belangen. Buse is inmiddels in Nederland en is een procedure tegen Panama gestart bij het International Centre for Settlement of Investment Disputes.

Panama heeft geen ondernemerscultuur.

Dit klinkt misschien gek voor een land waar honderdduizenden brievenbusfirma’s geregistreerd staan, maar Panama is van oudsher een transit-land. Er gaan goederen doorheen, er gaan schepen doorheen via het Kanaal, er worden producten in- en weer uitgevoerd via de vrijhandelszone, er gaat wit en zwart geld doorheen — en Panama’s dominante businessmodel is om over dat alles een percentage te rekenen en dat in eigen zak te steken. Wat wij hier “start-up mentality” noemen bestaat daar maar in hele kleine kring. De goeie banen worden veelal verdeeld onder de leden van de voornoemde bekende families, die voor die banen niet persé de capaciteiten hoeven te hebben — niet het soort omgeving waar creatieve nieuwe start-ups floreren. Voor een perfecte zedenschets van de zakenwereld in Panama, lees The Secret Life of Panama City, in de New Yorker. Nails it.

Tenslotte

Is er dan helemaal niks positiefs te melden? Jawel. Panama is een prachtig land en niet alles is er corrupt en disfunctioneel; er zijn wel degelijk kansen. Vooral in de landbouw — die hopeloos achter loopt — zouden voor Nederlandse ondernemers mogelijkheden moeten liggen. En je kunt er ook gewoon wonen zonder er iets te doen, dat is verreweg de beste en veiligste optie.