Okke Ornstein

Ik blokkeer, dus ik besta

De man staat op uit het beklaagdenbankje, veegt z’n mondhoeken af en waggelt met uitgestoken vuist richting de rechter. “Dit zijn toch gewoon bliksemschichten?”

“Nou, ik kan me wel voorstellen dat als je dit ziet je denkt dat het het SS teken is,” zegt de rechter. Of althans, dat wíl ze zeggen, want voordat ze haar zin heeft afgemaakt tettert Jan Z. er alweer doorheen: “Het zijn bliksemschichten!” Hij gaat weer zitten. Hij draagt een zwarte hoofddoek, die hij op mag houden van de rechtbank vanwege een “progressieve ziekte” waar hij aan lijdt. “Daar wil ik u wel graag voor bedanken.”

Dom blondje

Jan Z. is verdachte in het proces tegen de zogenaamde “blokkeerfriezen” en hij heeft een buitengewoon onwaarschijnlijk verhaal. Hij was zomaar wat aan het toeren op zijn motor, vertelt hij. En toen bevond hij zich ineens stomtoevallig tussen de bussen met demonstranten die op weg naar Dokkum waren om daar tijdens de intocht van Sinterklaas tegen Zwarte Piet te protesteren. En toen reed de rode bus hem aan, op niks af. En toen stopte hij dus ook met zijn motor bij de blokkade, want hij wilde verhaal halen en zijn schade vergoed zien. Meer had hij er echt heus niet mee te maken, met die snelwegblokkade. Hij vindt organisator Jenny Douwes zelfs een “dom blondje uit Drachten met een te grote mond.” 

JanZ., de motorrijdende blokkeerfries.

Wat deed hij dan in de Whatsapp groep van de organisatie, wil de rechter weten. “Omdat ik het gevoel had dat die jongens nog wel eens problemen met justitie en zo zouden kunnen krijgen. En daar heb ik wel ervaring mee,” verklaart Jan Z. Hij voegt eraan toe dat hij eind november alweer uit de groep stapte. Dat is niet waar, want tot diep in december neemt hij er deel aan de discussies, houdt een andere rechter hem voor. Maar Z. volgt vandaag de tactiek van gewoon keihard ontkennen, zelfs als er bewijs is. Getuigen hebben gezien dat hij op een viaduct met anderen stond te wachten tot de bussen eraan kwamen. Onzin, zegt Z. Hij stond in contact met anderen van de blokkeergroep. Is niet zo, beweert Z. Hij sneed de bussen af — ook niet waar. Hij was lid van de app-groep, hier, kijk maar, jouw berichtjes. “Dat begrijp ik niet,” zegt Z. 

“Nee, ik begrijp er ook niks van,” verzucht de rechter terwijl ze de ordner vol bewijsmateriaal van zich afduwt. “Leg mij het maar uit. U post berichten in die groep maar u bent er geen lid van.” 

Jenny d’Arc

Dit soort verwarring is niet ongewoon tijdens het proces tegen de blokkeerders. De meesten liegen dat het gedrukt staat en als ze een keer niet liegen is dat omdat ze beweren dat ze met hun gedoe op de snelweg heldhaftig opstonden voor het welzijn van de arme Friese kinderen of dat hun geheugen hen in de steek laat. Diezelfde ochtend zit “boegbeeld zonder schip” (aldus het Openbaar Ministerie) Jenny Douwes in het beklaagdenbankje. Het wordt een afgang. Eerder die week debiteerde ze bij GeenStijl nog dat “wie A zegt moet ook B zeggen” en meer van dat soort ik-sta-voor-mijn-daden-achtige teksten. Van deze heldhaftige pose is niets meer over als ze voor de rechter staat; Douwes zakt als een soufflé in elkaar.

“Ik weet het niet meer precies,” klinkt het herhaaldelijk. “Er kwamen zoveel berichten binnen, het ontplofte,” is haar ontwijkende antwoord, keer op keer, op toch vrij specifieke vragen over de organisatorische boodschappen die ze verstuurt. Tijdens het politieverhoor hield Douwes de kiezen stijf op elkaar, zo leren we. Uit haar chats blijkt dat ze tot over haar oren in de organisatie van de blokkade op de A7 zat. Veel spraakzamer was ze tegen journalisten, of beter gezegd, ze was niet uit de media weg te sláán, waar ze door figuren als Wierd Duk tot beschermvrouwe van een soort Fries gezond-verstand-racisme werd uitgeroepen dat vervolgens werd uitgedragen door ongeveer 40 hooligans die elkaar grotendeels kenden van het autocrossen. Ze praatte honderduit in de talk shows, maar hier, voor de rechter, komt er niks meer uit. Wel beweert ze nog dat het allemaal om de veiligheid van de kinderen in Dokkum ging en dat haar beloofd zou zijn dat ze niet vervolgd zou worden als ze haar oorspronkelijke oproep op Facebook zou verwijderen, hetgeen zowel door de politieman die haar daarover gesproken had als door het OM wordt ontkend. En, zegt ze, “het moest een ludieke actie worden.”

Ludieke actie

“Ludiek” is niet het woord dat in me opkomt als ik de opnames van die dag bekijk zoals die zijn gemaakt door o.a. Kevin P. Roberson. Wat men verder ook van die journalist moge vinden, zijn beelden laten vrij duidelijk een groep mensen zien die de A7 dichtgooit, zich intimiderend gedraagt, en waarvan enkelen hem zelfs een paar klappen verkopen. Het is agressief tuig van de richel, een groepje hooligans die zichtbaar genieten van het feit dat hen — een zeldzaamheid zo te zien — eindelijk in hun leven een keer iets gelukt is. Ik blokkeer dus ik besta. Ze hebben het geflikt, de snelweg ligt plat. Hier, op dit treurige stukje asfalt even voorbij een tankstation, zijn zij voor deze ene keer een uur lang de baas. Die randstedelijke zwarten en nieuwlichters zijn tegengehouden. Ze hebben ze allemaal een poepje laten ruiken! Leve ons! Fryslân boppe!

Zo zitten ze er ook bij in de rechtszaal. Niet als verdachten, maar als de door henzelf uitverkoren overwinnaars. De ene na de andere verdachte beweert dat die zaterdag 18 november 2017 de mooiste dag uit zijn leven is. “Zelfs op mijn sterfbed zal ik er met een glimlach aan terugdenken,” zegt een Burgumse man over dat ene moment dat hij van de vrijheid heeft mogen proeven. Samen voor hun eigen.

Boze zeurburgers

Ik erger me groen en geel. Ik heb niks tegen het blokkeren van snelwegen door activisten. In Latijns Amerika gebeurde dit met grote regelmaat. De huidige president van Bolivia begon zijn politieke loopbaan als opstandige cocaboer die de toegangswegen naar de hoofdstad La Paz dicht hield. In Panama werd de Panamerican Highway wekenlang geblokkeerd door indianen die op die manier protesteerden tegen mijnbouw op hun land en een stuwmeer dat hun dorpen onder water zou zetten. De blokkade wordt op dat continent ingezet door mensen naar wie op geen enkele andere manier wordt geluisterd en wiens voortbestaan wordt bedreigd door datgene waartegen ze protesteren. 

Hoe anders is dat met de blokkeerfriezen. Er was helemaal niets dat hen in hun bestaan bedreigde en dat alleen maar gestopt kon worden door op een snelweg agressief te doen en met Friese vlaggen te wapperen. En niemand kan ook volhouden dat er naar de voorstanders van Zwarte Piet niet geluisterd wordt als het de activisten in die bussen er nou juist om ging dat aan de intocht in Dokkum nog steeds Zwarte Pieten meededen, net als bij de grote meerderheid van alle andere intochten in het land. En dus erger ik me groen en geel. Aan dat hele “slag om Dokkum” gedoe, het neppe Sturm und Drang dat slechts Zeur en Dram verhult.  Aan de namaak nationalistische Friesland-romantiek, aan het pathetische zwelgen in kitscherig biedermeier heldendom en aan het valse slachtofferschap van deze door en door verwende zeurburgers. En aan hun racisme.

Laarzen likken van Pegida

Want racisten zijn het. Er klinkt gesis en geblaas om me heen als Mitchell Esajas en Jerry Afriyie de zaal binnenkomen. Zij zaten in de bussen die niet verder konden en mogen als gedupeerden het woord voeren en schade vorderen. Een Friese moslima die hen helpt met vertalen (sommige blokkeerders doen hun verhaal in het Fries voor extra effect) wordt door de zus van een van de verdachten (iets te kleine Wibra blouse in luipaardprint) die vlak voor me zit uitgemaakt voor “die hoofddoek”.

De blokkeerders houden bij hoog en bij laag vol dat ze “niets met extreem rechts te maken hebben,” maar tijdens de pauze drommen ze allemaal om kamerlid Martin Bosma van de PVV en nazi militieman Edwin Wagensveld heen met het kruiperig soort onderdanigheid van mensen die geld willen lenen en al weten dat ze het niet terug kunnen betalen. De beide heren gaan aan het eind van de dag met glimmend gelikte laarzen weer huiswaarts.

Ook tijdens de pauze zet de Friese moslima, die overigens gewoon Marrit Anne heet, iets op twitter over hoe zij “die hoofddoek” werd genoemd. Daar zijn de racisten erg boos over, en gooien het erop dat die tweet tijdens de zitting geplaatst is, wat verboden is (publiek mag niet twitteren tijdens de zitting). Al snel krijgen de racisten hulp van de eveneens aanwezige Wierd Duk. Letterlijk onder mijn neus valt deze extreem rechtse en door de Telegraaf gesponsorde propagandist de vrouw lastig over haar tweet, die voor de tweede keer zegt dat hij weg moet wezen en dat ze niet met hem wil praten. Het hele verhaal staat ook hier. Enfin, het geluid werd per ongeluk opgenomen, luistert u zelf (audio begint later in de clip):

“Maak me dan dood!”

Op de vrijdag van het proces komt deze zelfde Wierd Duk, die uw verslaggever er luidkeels en zeer onterecht van heeft beschuldigd hem met de dood bedreigd te hebben, ineens op me afstormen. Kek pak aan, overhemd iets te ver open op de midlife stand. Hij gaat vlak voor me staan, spreidt zijn armen, en roept: “Toe dan! Maak me dan dood! Dat wil je toch? Dit is je kans!”

“Ga toch weg, mafkees,” zeg ik, en loop weg. Duk komt achter me aan. “Wat wil je nou?” vraag ik. 
“Jij bedreigt en belastert mij! Ik eis uitleg!” roept de man met overslaande stem. 
“Nou, dan moet je aangifte doen of zo,” antwoord ik.
“Dat heb ik gedaan! En ze nemen het heel serieus! De politie gaat bij jou langs komen, jongen! Jaha!” roept Duk terug. Dan weet hij even niet meer wat hij moet zeggen. 
“Moet je verder nog wat?” vraag ik. Hij draait zich om en loopt boos weg. “Wij zien elkaar zeker nog!” roept hij over zijn schouder. Dat blijkt niet te kloppen, want hij loopt de rest van de dag met een grote boog om me heen terwijl hij als een gebraden haan van camera naar camera paradeert om interviews te geven. De held.

Later beweert hij dat er in Leeuwarden na afloop van de zitting een “volksfeest” ontstond — in werkelijkheid waren er misschien zestig man aanwezig die lawaai maakten en met vlaggen zwaaiden op een verder leeg plein waar de marktkooplui aan het inpakken waren.

Vier dagen later kondigt Wierd Duk zijn vertrek van twitter aan, waar hij het sinds zijn bizarre optreden rondom deze rechtszaak verschrikkelijk om de oren had gekregen van collega’s en activisten.

De rechtbank doet op vrijdag 9 november uitspraak. Dan zijn de “blokkeerfriezen” gewoon weer teruggebracht tot hun normale proporties: losers die een weekje moeten schoffelen. 

Het lezen waard? Doneer dan voor meer van dit soort artikelen!