De voorzieningenrechter te Amsterdam heeft zakenman Geerling Offereins in het ongelijk gesteld in de procedure die hij had aangespannen tegen journalist Okke Ornstein.
Ornstein had in mei 2018 een artikel gepubliceerd over de betrokkenheid van Offereins bij een Panamese stichting, de Societé Core Diplomatique Foundation. Bestuursleden van die stichting deden zich met valse papieren voor als Panamese diplomaten in, onder andere, Slovenië om op die manier zakendeals binnen te slepen. Offereins is vice-penningmeester van de stichting.
THE LAUNDROMAT, MET VALSE DIPLOMATIEKE PASPOORTEN
De Societé Core Diplomatique Foundation werd in Panama opgericht door advocaat Herbert Young van het kantoor Blandón & Young in opdracht van de meervoudig veroordeelde carrièrecrimineel Monte Morris Friesner. Young was naast Friesner’s advocaat ook diens zakenpartner in een witwasbedrijf met debit cards dat later door de autoriteiten werd gesloten. Ornstein publiceerde veelvuldig over Friesner’s schimmige praktijken in exotisch Panama.
Offereins reageerde niet op verschillende verzoeken per email om commentaar, naar hij zelf in eerste instantie zei omdat hij Ornstein’s email adres niet kon vinden. Later heette het dat hij niet had gereageerd omdat hij dacht dat het om “fake news” ging. Verder beweerde hij in zijn dagvaarding dat hij Monte Friesner niet kende, niet wist wie de andere bestuursleden van de stichting waren en dat hij ook geen idee had hoe zijn naam aan de stichting verbonden was geraakt.
LIBEL TOURISM
Dat verhaal raakte kant nog wal. Uit emails van Friesner die Ornstein van een bron had gekregen bleek dat Offereins en Friesner veelvuldig met elkaar correspondeerden. Zo bespraken ze de financiering van een winkelcentrum in Aaken, een vastgoedproject in Zuid-Afrika, en informeerde Offereins naar de mogelijkheid om een offshore bankrekening te openen in Panama voor een bank uit Eritrea. Ook werd een logeerpartij van de familie Offereins gepland bij Friesner thuis in Panama City. Daarnaast wisselden de twee al in 2010 van gedachten over hoe ze tegen de lastige journalist Ornstein in verschillende landen aangifte zouden doen om hem op die manier het zwijgen op te leggen — een tactiek die ook wel bekend staat als “libel tourism.”
Offereins ondernam ook helemaal niets om zijn naam als bestuurder van de Panamese stichting te verwijderen uit het stichtingsregister.
Het kort geding dat Offereins in Nederland tegen Ornstein aanspande past in een patroon van louche figuren uit de periferie van Monte Friesner die door middel van juridische acties een journalist tot zwijgen willen dwingen. Eerder zag Ornstein zich gedwongen zich te verdedigen tegen het echtpaar Patrick en Keren Visser — eveneens bekenden van Friesner — die zowel in Panama als in Nederland procedures begonnen nadat Ornstein had gepubliceerd over hun frauduleuze bosbouwprojecten in Panama en Costa Rica. Friesner zelf initieerde verschillende strafrechtelijke procedures in Panama tegen Ornstein voor “misdrijven tegen de eer” die hij allemaal verloor op één na. Dit resulteerde erin dat Ornstein in 2016 werd gearresteerd en na druk van de Nederlandse regering en verschillende persorganisaties gratie kreeg van de toenmalige president Juan Carlos Varela.
MISLUKTE AANGIFTE, MISLUKT KORT GEDING
Voordat Offereins zijn kort geding aanspande had hij bij de politie in Hilversum al aangifte gedaan van belediging. In februari van dit jaar liet de politie aan Offereins weten dat de Officier van Justitie niets met die aangifte ging doen, en raadde hem aan zijn heil te zoeken bij de Raad voor de Journalistiek. In plaats daarvan stuurde zijn advocaat een sommatie aan Ornstein, waarin werd beweerd dat “Okke Ornstein” een artiestennaam was. Toen ook een volgende reeks sommaties niet het gewenste resultaat gaf werd Ornstein gedagvaard. Offereins claimde schade te hebben geleden omdat de Haagse vastgoedadvocaat Mr. D.J. van Schravendijk de verkoop via Offereins van een stuk vastgoed in Wassenaar zou hebben stopgezet vanwege de betrokkenheid van Offereins bij de nep-diplomaten stichting in Panama.
Twintig minuten nadat de zitting was begonnen vertrok Offereins om een vliegtuig te halen. Hij verklaarde nog wel te wensen dat zijn “naam wordt gezuiverd.”
De voorzieningenrechter maakt in het vonnis korte metten met de claims van Offereins, die allemaal worden afgewezen. Ornstein werd vertegenwoordigd door mr. E.C.M. ten Vergert van het kantoor Prakken d’Oliveira te Amsterdam.
Het is nog niet bekend of Offereins in beroep zal gaan tegen de uitspraak.